10
november
2011

De voorspelling van een grote Crash lees je niet in de krant

De voorspelling van een grote crash lees je niet in de krant

"Alleen in nieuwsbrieven zoals die van goldonomic kan men wat van de realiteit proeven. Ik schrijf over potentiële drama's voor ze gebeuren".

In 1989 voorspelde ik de crash van de Japanse aandelenmarkten, de vastgoedsector, en de yen. Ik herinner me een discussie met een paar Japanners die dachten dat een vastgoedcrash in Japan onmogelijk was: het eiland was helemaal niet groot en er was een schrijnend tekort aan grond en huisvesting.

Ik hoorde gelijkaardige argumenten in 2006 en 2007, net voor de vastgoedcrash in Florida en de rest van de V.S. De mensen vertelden me dat Florida een gigantisch moeras is (dat klopt), en dat er niet veel bebouwbare grond beschikbaar is. Vandaag zijn de prijzen meer dan gehalveerd.

In 2001 begon ik beleggers te adviseren om goud en zilver te kopen. Rond diezelfde tijd gaf ik een presentatie in Europa waar ik het duidelijk maakte dat Britse en Amerikaans geld, en het vastgoed in Spanje, Engeland, en de V.S. gevaarlijk terrein werden. Het publiek luisterde vol ongeloof. Echter in de jaren die volgden waren de verliezen spectaculair: de pond daalde 30%, de dollar 35%, en de Britse, Spaanse, en Amerikaanse vastgoedmarkten crashten.

Zonder de psychologie van de massa kan men de economie niet begrijpen. De massa weigert steeds om te leven met de realiteit, en noemt de klokkenluider steeds een 'pessimist' wanneer die waarschuwingen uitstuurt. Als de grote crash er dan aankomt, worden de spaarcenten van velen weggevaagd.

Het is de schuldgraad, en niet de activiteit in de economie, die in de eerste plaats verantwoordelijk is voor de mate van geldontwaarding. Zonder een sterk herstel in de westerse economie zullen de schulden niet gedekt raken. Maar zo'n herstel is onmogelijk, aangezien men de fabrieken van hier naar het oosten heeft verjaagd.

 

obligatie certifikaatIn 2007 begon ik te waarschuwen voor de obligatiemarkten. De crash begon maar in 2010. Te snel is beter dan te laat. Gelukkig is het nog steeds niet te laat om afstand te nemen van obligaties—maar het is vijf voor twaalf. Er zijn immers hogere rentevoeten op komst, alsook inflatie (zo niet hyperinflatie). Dit zal ook de waarde van inflatiebeschermde obligaties wegvegen.

De prijsgrafieken van de financiële markten zijn als de stemmingswisselingen van een manisch depressieve patiënt. Dat komt door een voortdurende goed-nieuws-show om de lijken in de kast te verbergen (tot ze er toch uitvallen), door computerprogramma's die grote hoeveelheden financiële produkten kopen en verkopen, en door de massa die het noorden is kwijtgeraakt.

Eens de Credit default swaps en de paar banken die hiervoor garant staan, beginnen te crashen, staat de economie waarschijnlijk nog een groter drama te wachten. Helaas zijn deze zaken waarschijnlijk te complex voor de belegger in obligaties. Vele beleggers met obligaties worstelen al met het inzicht dat als rentevoeten nog maar verdubbelen van 4% naar 8%, dat dan de helft van de waarde van de obligatie reeds verdampt is.

Ook cash is helaas geen oplossing in een tijd waar grondstoffenprijzen tussen de 100% en de 300% stijgen. Deze enorme prijsstijgingen zullen een grote impact hebben op de inflatiecijfers (zelfs op de kerninflatie) binnen de 6 maanden.

Het is moeilijk te begrijpen waarom mensen die in landen waar de vastgoedcyclus nog wat achterblijft (bijvoorbeeld België en Frankrijk) niet inzien dat de vastgoedprijzen niet noodzakelijk een functie zijn van vraag en aanbod en dat een huis niets meer is dan stenen en cement, zonder intrinsieke waarde. Vastgoedcycli duren echter 76 jaar eer ze rond zijn, en zijn een economische en historische realiteit, zelfs in Nederland, Frankrijk, en België.

Het belang van goud in een portfolio wordt ook algemeen onderschat vandaag de dag. Mensen staan weigerachtig ten opzichte van dat vreemde, barbaars en antiek aandoend metaal dat al een aantal jaren door papier- en digitaal geld is vervangen. Het is echter niet de prijs van het goud die omhoog gaat, maar de koopkracht van het fiat papiergeld dat daalt: de ingrediënten voor een kop koffie met suiker zijn het laatste jaar evenveel gestegen in prijs als het goud.

Grondstoffen zijn reële activa en hun prijs gaat omhoog en omlaag afhankelijk van vraag en aanbod. Goud is geen uitzondering, en papier of digitaal geld is dat ook niet. Het verschil tussen goud en papiergeld is dat het aanbod van het eerste niet door de autoriteiten of de bankiers kan vermeerderd worden, terwijl fiat geld kan bijgemaakt worden met een druk op een 'enter'-knop van een computer.

Als we de goudreserves in de wereld delen door de hoeveelheid Amerikaanse schuld van 14 biljoen, dan komen we uit bij een goudprijs van $16.000 per ounce. Als we daarbij nog eens de Europese schulden optellen, komen we makkelijk aan een cijfer van $32.000 per ounce. Het is duidelijk dat er geen sprake is van een zeepbel in goud.

We nodigen u uit om te komen naar het congres in Brasschaat, België, waar James Turk, professor Huerta de Soto, en ikzelf de logica van de huidige depressie zullen uitleggen.

Francis Schutte

Categories: Pers, Financieel Nieuws, Dagelijkse research, Literatuur, Weimar Hyperinflatoire Depressie, Hyperinflatie in Zimbabwe, Beleggen voor dummies

Twitter

Twitter response: "Could not authenticate you."